Regio – Onze verslaggever Theo Leliveld zal trachten op zijn bekende onnavolgbare wijze begrippen uit de sport te beschrijven en nader te analyseren. Op de redactie liggen meerdere stukken van zijn hand. Wij willen dit onze lezers en volgers niet onthouden…
Hij komt momenteel vaak voor in wedstrijdverslagen van clubs. Ook in gesprekken met supporters, en journalisten is hij vaak onderwerp van gesprek: De Bank.
Met hoofdletters ja… want het is een Bank met allure!
De spelers die er bij clubs op zitten zijn daar terecht gekomen door omstandigheden. Blessures, iets later aansluiten bij de selectie, te weinig trainen, niet goed trainen, iets mindere kwaliteit dan anderen of de pech dat er iemand binnen kwam met jarenlange ervaring. Geen enkele wisselspeler heeft die rol omdat hij het niveau niet aan kan of omdat hij uit vorm is. Of mist men wel die vorm. Best bijzonder.
Veel wedstrijden was De Bank weer eens medebepalend voor de overwinning op de tegenstander. Vaak maak de invaller een doelpunt of gaf een assist terwijl de ervaren strijders erdoorheen zitten. De spelers op de bank zijn vaak hard nodig om de overwinning over de streep te trekken.
Hoe houd je ze tevreden, die wisselspelers? Is het niet lastig? Deze vragen worden regelmatig gesteld. Tevreden houden lukt dat de trainer. Dan zeg ik dan altijd. Een wisselspeler zal nooit tevreden zijn en dat hoeft ook niet. Hij moet wel de beslissing accepteren en respecteren. Natuurlijk is dat soms lastig en heel af en toe is dat ook even te zien en te merken maar dat mag nooit te lang duren anders gaat het de totale spelersgroep en dus de prestaties beïnvloeden wat niet te accepteren is.
Wat wel belangrijk is dat een speler die niet in de basis staat wel zicht heeft op een basisplaats. Niet alleen als een andere speler geblesseerd raakt of uit vorm raakt maar vooral omdat hij een versterking zou zijn voor het team. Ga er maar aan staan, jezelf in een team spelen dat in een blakende vorm steekt en zijn wedstrijden wint. Niet eenvoudig, zelfs als je zo goed invalt als onze wissels heel vaak doen.
Kwijlt op de reservebank eveneens bij de gedachte dat hij een ‘gouden wissel’ zal blijken te zijn. Maar nog vaker wenst een wisselspeler juist geen enkele relatie tussen zijn positie en welke vorm van eremetaal dan ook te leggen. Naast de trainer in de dug-out is meestal meer ruimte voor negatieve emoties zoals onbegrip en ontevredenheid.
Het spanningsveld tussen een trainer en de reserves is in de sportwereld even vanzelfsprekend als het gejuich na een doelpunt. Het hoort erbij. Hoe kun je met dit gegeven het beste omgaan?
Er zijn coaches die regelmatig rouleren om iedereen tevreden te houden. Vriendschappelijk is dat te begrijpen, maar voor de competitie niet, want dat gaat om de punten. Doe dat nooit omdat dat tegen mijn idee van winnen ingaat. Voor mij is topsport jezelf meten met anderen en steeds weer proberen te verbeteren en de beste willen zijn. Probeer wel, indien de wedstrijd het toelaat, alle wissels regelmatig te laten invallen omdat ze dan ook wat ritme kunnen houden en we organiseren regelmatig oefenwedstrijden tegen goede tegenstanders.
Aan het eind van het seizoen zal de waarde van een sterke bank zoals de onze pas echt gemeten kunnen worden. Iedereen kent voorbeelden waarom wisselspelers de kracht van het elftal bepalen. Ik denk dat iedereen die bij club betrokken is zal bevestigen dat spelers die invallen vaak een beslissende inbreng hadden in de zo succesvolle nacompetitie terwijl ze in de competitie lang op hun kans moesten wachten.
Kortom, het elftal dat straks in de slotfase van de competitie zijn wedstrijden zal spelen zal zeker weer afwijken van het huidige elftal hoe succesvol dat nu ook is. Zo is het altijd gegaan en zo zal het ook dit seizoen gaan en wie weet waar dat allemaal toe leidt. De wisselspelers bepalen de kracht van elftal. Bij heel veel teams zijn dat de belangrijkste spelers van de club.
(Foto: André van Egdom)