Ergens verscholen diep in de bossen komen er soms ideeën opborrelen waarvan een paard de hik krijgt. Precies op de dag dat de finales van de nacompetities aan de gang waren was men druk bezig in het Zeister laboratorium om nieuwe ingrediënten te gaan toevoegen aan de toekomst. De uitkomst daarvan is bij de meesten van u wel doordrongen…
Oren laten hangen
Boslucht doet kennelijk vreemde dingen met een mens. De een krijgt er energie van en een ander krijgt waanbeelden. Is het een soort tropenkolder? Want uit eigen bron weet ik dat het warm was op die dag en dat was al een tijdje aan de gang.
Ik zie sommige lezers al denken: “Waar heeft die man het over?” Welnu, dat zal ik u trachten uit te leggen. De almachtige heeft de oren laten hangen naar de amateurtop van Nederland, want die hebben nu eenmaal veel te vertellen. De kleintjes moeten maar gaan bloeden. Daar komt het in het kort op neer.
Vergankelijke roem
In de winterstop was ik nog vol lof over de bond over het afmaken van de competitie na de pandemie. Natuurlijk waren daar ook slachtoffers te noteren, maar in ieder geval gold voor iedereen dezelfde omstandigheden. Eindelijk konden we wekelijks genieten van hetgeen wij zo graag doen en zien en daar waren we met zijn allen wel aan toe. Maar als je met de loftrompet zwaait kun je dus ook tromgeroffel verwachten. En dat kwam er.
Chaos uit het bos
Het wordt een spookseizoen voor de clubs. Je moet je bij de eerste acht (van de veertien) spelen om ongeschonden van dit slagveld te komen. De onderste zes teams (ja, u leest het goed) moeten zich zorgen gaan maken over de toekomst in een lagere klasse. Voor de onderste drie is dat sowieso al zeker, maar de nummers negen, tien en elf mogen in de herkansingen. De drie periodekampioenen strijden voor promotie, maar de kans om dat voor elkaar te krijgen is nagenoeg nihil met zoveel ploegen voor zo weinig plaatsen.
Mogelijke gevolgen
Als ik even de advocaat van de duivel mag uithangen voorzie ik straks een nacompetitie met veel “absenties.” Verenigingen vinden het wel best na een lang seizoen, want zowel de promotie- als degradatieregeling is om te janken. Moet je bij de profs eens mee aankomen. Want stelt u zich eens voor als dit bij de eredivisie zou gebeuren: De kampioen in de Champions League, de nummers twee tot en met vijf in de play-offs voor Europees voetbal en vanaf plek acht tot en met vijftien spelen voor lijfsbehoud, er vanuit gaande dat de nummers zestien, zeventien en achttien degraderen. Toch niet voor te stellen? Dat krankzinnige scenario dus.
Het hoofd boven water houden
De goedwillende amateur is dus alweer de sjaak. Zolang de bond de afdracht van de contributie betalende leden van de verenigingen maar kan incasseren vinden zij het allang best. En net als u aan het idee gewend bent volgt er nóg zo’n seizoen. Te gek voor woorden. Maar zodra niemand protesteert tegen deze gekte blijft het zo. Men kijkt het gelaten aan en probeert er maar het beste van te maken om de financiële huishouding op orde te hebben, want dat heeft de grootste prioriteit (en terecht) De kosten zijn al hoog genoeg.
Grensverleggend
Het argument van “dan krijgen we lekker veel derby’s” moet ik ook nog zien. De KNVB is als geen ander in staat om districtsgrenzen op te trekken en een club in te delen met teams waarmee men geen binding heeft. Dat heeft het verleden ons wel geleerd. Mijn grens is echter wel bereikt. Maar eerst die zesentwintig ronden gaan afwerken en dan aan het einde van de rit maar zien wat de clubs boven het hoofd hangt. Tot de laatste zaterdag in mei lijkt alles normaal. Maar dan begint de gekte. Ik wens al “onze verenigingen” alle succes van de wereld om in ieder geval de beoogde doelstellingen te kunnen halen. Want als “we” voor een toetje gaan, dan het liefst omhoog! Ook al zullen de gevolgen voor het jaar daarna best groot zijn….