Regio – Vooropgesteld: Een zieke koe zal minder voer en water opnemen, minder melk geven, is minder vruchtbaar, heeft een kortere levensduur en uiteraard een minder welbevinden. Dit zorgt voor veel extra werk, frustratie en kosten voor een veehouder en daarom is hij er bij gebaat de gezondheid van zijn koeien consequent en structureel te monitoren en aan te pakken.
Onze koeien en die van duizenden andere boeren, liggen in een stal gebouwd volgens de Maatlat Duurzame Veehouderij. Ze liggen op koematrassen die 2x per dag worden voorzien van een vers laagje zaagsel. Ook de vloer waarop ze lopen wordt meerdere malen per dag schoon geschoven. Ze krijgen elke dag onbeperkt vers voer en beschikken over voldoende schoon drinkwater dat jaarlijks wordt gekeurd. Er hangen koeborstels in de stal voor een massage. De stal is hoog en ruim, wat veel lucht en licht geeft. Het dak is geïsoleerd zodat het er in de winter niet te koud wordt en in de zomer niet te warm.
Wekelijks komt er een klauwbekapper voor de koeien die een pedicure nodig hebben. Zo houden we grip op koeien die kreupel lopen en kunnen we ook preventief te werk gaan.
Maandelijks hebben we een bedrijfsbezoek door de veearts met wie we een één op één-contract hebben. Indien nodig komt deze ook op afroep. De koeien krijgen op tijd hun inentingen ter preventie van ziektes. Dit wordt overigens als voorwaarde gesteld door de melkfabriek om de melk te mogen leveren.
We hebben tientallen koeien van 10 jaar of ouder, maar ze hoeven maar een doodgeboren kalf te krijgen en de gemiddelde leeftijd keldert naar beneden.
De koeien worden 2x per dag gemolken en lopen vrijwillig de stal in. Als ze niet happy zouden zijn, zou zich dat uiten in zieke of onrustige koeien en een lage tot geen melkgift. Maar hier is geen sprake van. De meeste koeien kan je gewoon over hun kop aaien.
Van misbruik is dan ook absoluut geen sprake.
Ze worden wel ‘gebruikt’ voor hun melk om zuivelproducten van te maken voor de consument: Voedsel.
Hun mest wordt weer gebruikt als voeding voor de grond, waar gras of andere gewassen op worden verbouwd.
Het rantsoen van de koeien bevat gras, hooi, kuilvoer, stro of maïs van ons eigen land, bemest met hun eigen mest. Daarnaast krijgen de koeien restproducten uit de humane levensmiddelenindustrie te eten: bierbostel als restproduct van de bierbrouwerij. Wortels, appels, peren of kool, omdat ze niet aan de eisen van de verwende consument voldoen. Stoomschillen van aardappelproducten als patat en voorgebakken en verpakte aardappelschijfjes, -blokjes of -krieltjes. Perspulp, het restproduct van de suikerbiet. Zelfs resten van de soja, de hullen, die in het voer van de mensen is verwerkt.
6 weken voordat een melkkoe moet kalven (bevallen) wordt ze drooggezet. Ze gaat dan zeg maar met zwangerschapsverlof. In deze periode wordt de koe niet gemolken en komt haar uier tot rust. Daarom hebben we het over een ‘droge’ koe. Ze krijgt ook een ander voerrantsoen. Heel basic, zonder krachtvoer, zodat de melkgift ook niet meer gestimuleerd wordt. Ze verblijft in een groep met alleen maar hoogdrachtige koeien. Kort voor het afkalven mag ze in een groot strohok zodat ze daar alle ruimte heeft om af te kalven.
3 weken na het afkalven is een koe tochtig.
Of bollig of bols: hoe je het wilt noemen. In de natuur zal een stier haar dan alweer dekken. Wij geven de koe 3 tot 4 maanden tijd om te herstellen en laten haar dan weer insemineren voor een volgende dracht.
Een jonge koe, eigenlijk noem je dat nog een pink, is al vanaf 8 maanden tot een jaar vruchtbaar. Een stier zou dan dus kunnen gaan bevruchten als je hem z’n gang laat gaan. Maar dat is niet goed zijn voor de ontwikkeling van die pink. Wij laten de pinken vanaf 15 maanden dekken, dus kalven ze voor de 1e keer af met 24 maanden.
Wat betreft het scheiden van koe en kalf: een koe hecht zich pas na een paar dagen aan haar kalf. Hoe langer het kalf bij de koe blijft, hoe groter de hechting tussen hen beide en hoe moeilijker de scheiding uiteindelijk zou worden. Nu krijgt het kalf met zekerheid voldoende biest (antistoffen, omdat ze van nature geen eigen afweer heeft) en ligt ze de eerste 2 à 3 weken veilig in een warm, schoon kalverhokje in een dik pak stro, zodat we het een goede start kunnen geven. Omdat de koe meer melk geeft dan het kalf kan drinken, wordt zij dezelfde dag alweer gemolken en krijgt ze extra brokken om weer op krachten te komen. Ze is dan alweer druk met haar eten en haar soortgenoten in de groep. Praktisch gezien zou het ook niet mogelijk zijn om de koeien samen met hun jongvee de melkstal in te krijgen of in de zomer uit de wei te halen voor de melkbeurt. Het zou ook gevaarlijke situaties met zich mee kunnen brengen zoals een koe die op haar kalf gaat liggen of een overbeschermende koe die in de aanval gaat. Het jongvee zou veel minder aanhankelijk worden en verwilderen. Een scheiding op latere leeftijd levert ook veel onnodige stress op. Er zijn bedrijven geweest die dit hebben geprobeerd, maar zonder het gewenste succes.
Stierkalfjes die hier geboren worden, worden hier 2 tot 5 weken verzorgd (afhankelijk van hun opstart) en gaan daarna naar een kalverhouderij waar ze verzorgd worden totdat ze geslacht worden voor menselijke consumptie.
Vaarskalfjes die hier geboren worden groeien na de eerste weken in een eigen hokje op met hun leeftijdsgenoten. Eerst in een gezamenlijk strohok en later in een jongveestal. In de zomer gaan zij naar buiten. Telkens in groepjes met leeftijdsgenoten. Totdat ze zelf hun eerste kalf krijgen en hun melkgift op gang komt. Dan komen ze weer bij hun zussen, moeders en andere leeftijdsgenoten in de ligboxenstal en worden zij 2x per dag gemolken.
Een koe gaat uiteindelijk naar de slacht wanneer ze werkelijk geen melk meer geeft maar niet ziek is, een ongeluk heeft gehad doordat ze bijvoorbeeld gevallen is omdat er een tochtige koe op haar sprong of ziek is geweest en niet goed zal herstellen. Dit vlees komt dan in de voedselketen terecht (nadat het eerst gekeurd is) en
gebruikt voor menselijke consumptie.
Voedsel
Eigenlijk kan alles van de dode koe verwerkt worden, denk aan producten als gelatine, kwasten, leer of medicijnen. Wanneer een koe sterft door ouderdom of ziekte, wordt het kadaver door een destructiebedrijf opgehaald. Dit vlees komt niet in de voedselketen terecht. Natuurlijk is het spijtig wanneer een koe naar de slacht moet. Ze loopt immers al jaren in de stal en als boer ken je haar. Maar de natuurlijke kringloop is voor ons pas rond wanneer de koe het bedrijf verlaat na een goede verzorging en er niets verspild wordt.
Mensen hebben verschillende levensovertuigingen aangaande geloof, opvoeding en normen en waarden. We leven in een democratie en een ieder heeft hier recht op een eigen mening. Maar wel met respect voor elkaar! Ieder mens bepaalt zijn eigen voedselpakket. Je mag het doden van dieren voor menselijke consumptie verschrikkelijk vinden en vlees, zuivel en eieren mijden. Je mag pleiten voor een plantaardig dieet, meer dierwelzijn of een kleinere veestapel. Maar tegenwoordig slaat een kleine groep mensen, met veel kabaal, nogal door. Zij verkondigen onwaarheden over onze sector, proberen ons in een kwaad daglicht te zetten en vinden het blijkbaar zelfs geoorloofd om bedreigingen te uiten, in te breken, illegaal te filmen of videobeelden te manipuleren. Tot in de politiek aan toe zijn er mensen die dit gedrag goedkeuren. En dat is zorgelijk.
Nederlandse zuivel wordt gemaakt van verantwoord geproduceerde melk met inachtneming van de wettelijke eisen voor dierwelzijn en voedselveiligheid .