Regio – In deze achtdelige serie worden de posities binnen een voetbalelftal met een vette knipoog beschreven door onze huisanalyticus Theo Leliveld. Wat maakt een bepaalde positie zo bijzonder en wat zijn de eigenaardigheden van diegene die juist op die plaats zijn of haar kunsten vertoond?
Een linker-od rechterspitsspits herken je in het veld uiteraard aan de plek waar hij staat, maar vaak kun je in de warming up al een beetje een kleine gok doen wie de man op de positie zal zijn. Hij is vaak te herkennen aan een verzorgd kapsel met hoogstwaarschijnlijk een overloop, opvallende schoenen en is alvast zijn trucjes aan het oefenen die hij in de wedstrijd wil gaan maken. Allen snel, technisch en behendig met de bal, maar toch met hun eigen stijl. De buitenspeler, ook wel ‘rechts- of linksboetoe’ genoemd, op ons niveau hebben ook allemaal hun eigen stijl.
De ‘snelheidsduivel’
Aangezien de gemiddelde verdediger het voetballend vermogen heeft van een baksteen, is het als verdediger fijn om deze rechter- of linkerspits in zijn team te hebben. Zo kan de bal weer met een flinke zwieperd naar voren worden gepompt en hoeven onze zagers in de achterhoede geen voetbalkennis te hebben.
Aangekomen bij de goal zal deze rechterspits door hebben dat hij zo af en toe de bal vergeet door zijn snelheid, wanneer deze nog vijf meter achter hem aanrolt. Opgelet! Geef deze rechtsbuiten niet meer dan vijf steekballen per helft, want conditioneel zijn ze nooit de sterkste.
De ‘balkunstenaar’.
Dit zijn de voetballers die vroeger altijd in de selectie speelden, gescout werden, mochten proeven aan iedere jongensdroom, maar het toch niet konden waarmaken. Nu zijn ze door de stress van een gemiddeld volwassen persoon goed bepakt en gezakt kijkend naar het buikje, waardoor hij nu noch kant noch wal raakt met zijn voetbalpraktijken. In het veld voert deze ‘rechtsboetoe’ de boventoon en hoor je vaak kreten vanaf de rechterkant komen zoals: ‘Je looplijn is ook niet goed!’ of ‘Ik stond al weken vrij man!”.
Hij heeft ook altijd de slimste uitspraken, zeker nadat het simpele backie van de tegenstander weer per ongeluk over de bal heen maait en precies de zwakke knie van onze rechtsbuiten weet te raken: ‘Pas toch op man, ik moet maandag gewoon weer werken!’ hoor je dan.
Maar geef deze rechter- of linkerspits de bal in zijn voeten en je kan letterlijk 90 minuten genieten van zijn voetbalkunsten, want hij geeft de bal nooit meer af. De man voorin heeft een uiteraard een redelijke dribbel in zijn pakket van kwaliteiten. De bal kort bij de voet houden en tegelijkertijd goed het overzicht bewaren, voor zover hij van plan is de bal af te geven.
Wanneer hij lekker in de wedstrijd zit begint hij zich pas echt het mannetje te voelen. Hij heeft misschien een paar goede loopacties gemaakt en hier en daar een man uitgespeeld.
Het amateurvoetbal heeft geen VAR, maar voor sommige buitenspelers is dit ook totaal niet nodig. Je vraagt je soms af of jouw linker-of rechterspits de buitenspel regel wel helemaal begrijpt. Nog voordat er een bal uit het achterveld naar voren gegeven kan worden staat hij al bij de cornervlag zijn bal op te wachten. Daar heb je helemaal niks aan!
Hoe aanvallend je ook ingesteld bent, af en toe meeverdedigen hoort er nu eenmaal bij. Wil het nu nog wel eens het geval zijn dat deze ‘grote speler’ zich hier veel te belangrijk voor voelt. Hoe je het nu ook went of keert, de flankaanvaller is vaak toch wel het binkie van het team en die eer houdt hij graag hoog.
Je kan het je toch niet voorstellen dat jij als man op links of rechts achter je man aan loopt, ho maar.
De Schwalbekoning
Dan komen we bij onze laatste veel voorkomende stijl op de amateurvelden: De Schwalbekoning. Deze rechterspits zijn vaak al te herkennen aan hun karakteristieke bouw. Ze hebben vaak lange dunne stelten, waardoor ze er bijlopen alsof ze het zeepje iets te vaak hebben laten vallen onder de douche. Dit allen wordt afgerond als kers op de taart door hun voetballende kwaliteiten, want die zijn ver te zoeken.
Voor de wedstrijd poetsen ze altijd eerst hun felgekleurde schoenen, zodat deze schitteren in de zon. Daarna wordt er uit het potje gel een flinke klodder gehaald om de strakke scheiding goed te doen. Als de make-up goed zit is hij klaar voor zijn rol in het veld. Hij weet precies wanneer hij de longen uit zijn lijf moet schreeuwen. Alsof zijn benen onder zijn lichaam zijn weggezaagd, om de tegenstander een plakkie kaas aan te smeren. Daarna staan deze Oscar winnende acteurs weer op alsof er niks gebeurd is.
Maar toch kunnen we enorm genieten van onze vleugelaanvallers.