Regio – Mensen blijken bijzonder veel waarde te hechten aan humor in het leven. Alleen Groningers, Friezen en Zeeuwen schalen het belang van een grap en een grol hoger in, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht in samenwerking met Het Klokhuis. Van ons krijgt humor een 4,6 op de schaal van 5. Waarom kunnen we niet zonder?
“We hebben niet zoveel nodig. Wat grappen, vermaak en gezelligheid bezorgt ons al snel een leuke avond”, weet Marianne van der Klocht van Boerenblond.. “Het draait bij veel om een bepaald gemeenschapsgevoel.”
‘Je hebt een giller in de zaal nodig’
We vinden het leuk om samen te komen onder genot van een biertje en een borreltje. Dat is geen plat vermaak, wil Van der Klocht nadrukkelijk meegeven. “Een avondje weer bij elkaar zijn. Zoals we vroeger op de boerderij met de buren het vee en het loonwerk deden, gaan we nu naar het buurthuis of het café.”
Die gezamenlijkheid benoemt ook Lucina Bolding van Twee Recht Twee Averecht. “Dat mensen elkaar kennen en wat aanstoten. Dan komt de lach en vervolgens het feest. Ook belangrijk: je hebt een giller in de zaal nodig. Als er alleen maar stijve bloemkolen zitten met grijze haren, dan moet er nog wat aan getrokken worden.”
Dat mensen erg goedlachs zouden zijn, herkent ze niet direct terug. Publiek in de polder krijgt het snelst een big smile op het gezicht. “Dat zie je ook na afloop: de mensen drinken een borrel en blijven hangen. Als het laat wordt zeggen ze in Nederland nog weleens: nu moet ik maken dat ik thuiskom.”
“Het is vooral belangrijk dat je in het dialect spreekt”, zegt Bolding over optreden. “De mensen zijn misschien iets meer afwachtend. Verder moet je altijd to the point zijn met je grappen. Geen idiote, zweverige verhalen. Cabaret komt meestal voort uit frustratie. Van negatieve verhalen maken we een feestje”, beschrijft ze.
Zelfspot factor van belang
Volgens Van der Klocht werken de lachspieren het beste bij een grap met een flinke dosis zelfspot. “Mijn gewicht is wel goed, maar ik ben te kort”, noemt ze gekscherend als voorbeeld. “Van die grappen die iedereen wel begrijpt. Ons cabaret zit ook vaak op het randje.”
In de huidige tijdsgeest past Van der Klocht wel meer op haar tellen. Binnen Boerenblond wordt regelmatig gediscussieerd over wat wel en niet meer kan. “Kan je bepaalde grappen nog maken in een christelijk dorp? Vaak blijkt het achteraf te kunnen, want als de domino lacht, lacht de rest ook”, grapt ze.
De hardste lacher heeft niet altijd het meeste plezier.
Uit het humor-onderzoek blijkt dat Groningers een gebbetje het meest waarderen. Zij scoren een gemiddelde van 4.7 op een schaal van 5. “Ze zijn er wat stugger, maar het is ook niet zo dat de hardste lacher het meeste plezier heeft”, beweert Van der Klocht van Boerenblond. “Naderhand hoor je: ‘Goh, wat had ik een leuke avond’.”
Harm Dijkstra, die samen met Roelof Klinkhamer al jaar en dag het cabaretduo Harm en Roelof vormt, ziet dat er ‘altijd veel blijft af te lachen’. “We krijgen altijd zó ontzettend veel respons. Helemaal nu de coronatijd achter ons ligt. Mensen die in de privésfeer pech hebben, zeggen na de tijd: ik heb even alles van mij af kunnen zetten.”
Net als bij Van der Klocht vormt zelfspot de spil in de cabaretvoorstellingen van het Slener cabaretduo. “Van die herkenbare dingen een klein beetje overdrijven. Een stel dat de kerk bezoekt, waarvan de één na verloop van tijd in slaap sukkelt”, noemt hij als voorbeeld.
Harm en Roelof hebben de lachers op hun hand met ‘De Fietser’: