Regio – Hertenbiefstuk, eendenborst, konijnenbout, fazantenborstfilet: in aanloop naar de kerstdagen lagen de supermarkten weer vol met ‘wild’ vlees. Maar niet alles wat in de schappen ligt, is van een dier dat in het wild heeft geleefd. Wanneer is wild nu echt wild?
“Een wild dier heeft een vrij leven gehad. Hij heeft zijn eigen kostje bij elkaar moeten scharrelen. Het dier heeft heel veel lichaamsbeweging gehad; in het bos zijn voedsel gezocht en dit vervolgens rustig kunnen verteren”, legt jager Bjorn van de Veen uit. “Ook is het dier met een goed geplaatst schot gedood.”
‘Geen plezierjacht’
Die dieren worden volgens Van der Veen overigens niet ‘zomaar’ geschoten. “Als wij jagen, werken we volgens het beheerplan. In het voorjaar zijn dieren geteld. Er wordt vervolgens berekend hoeveel dieren er in zo’n gebied kunnen zijn. Op basis hiervan wordt bepaald hoeveel dieren er geschoten mogen worden”, legt hij uit.
Van het woord ‘plezierjacht’ wil hij dan ook niets weten. “Ik zeg altijd: een plezierjacht is zo’n grote boot in de haven. Dieren doodmaken doe ik niet per se voor het plezier. Het totale proces van schot naar bord is mooi, maar dit proces gaat gepaard met heel veel respect voor het dier”, aldus Van der Veen.
‘Intensieve houderij’
De ‘gehouden dieren’, die wel als ‘wild’ worden verkocht, hebben veel minder beweging gehad, aldus Van der Veen. “En ze worden gevoerd. Er zit dus veel meer intensieve houderij aan.” Een soort van kweekvlees, dus. “Zo’n gehouden dier wordt echt gefokt voor de vleesproductie”, weet Van der Veen. “Terwijl het dier dat in de natuur leeft, geen antibiotica krijgt, niet in een stal wordt gehouden en niet elke dag gevoerd wordt op een vast tijdstip.”