In deze rubriek geeft onze verslaggever en presentator Theo Leliveld zijn visie over zaken die hem opvallen. Deze rubriek is voorbestemd om het over andere sporten te hebben dan voetbal, maar het onderwerp van nu is van toepassing op vele voornamelijk balsporten. Theo deed zijn zwembroek aan, ging aan de rand van het zwembad zitten en keek aandachtig naar de arbitrage van een waterpolowedstrijd …
Het begin van een wedstrijd
De keepers hebben een rode cap op en de spelers van het ene team hebben witte en van het andere team blauwe caps op. Op de caps staan nummers. Zo kan de scheidsrechter jou herkennen wanneer je bijvoorbeeld een doelpunt scoort.
De scheidsrechter loopt langs de kant. Je mag de bal niet met twee handen tegelijk aanraken of onder water duwen. Uiteraard mag je je tegenstander niet slaan, schoppen, onderduwen of vasthouden, waarbij de tijd bij elke overtreding stil wordt gezet.
Wanneer je wat hoger gaat spelen, krijg je te maken met de 30-seconden regel, de zogeheten schotklok. Deze regel zorgt ervoor dat er vaart in het spel blijft zitten. Wanneer een team de bal onderschept, krijgt dat team 30 seconden de tijd op een aanval op te zetten en te scoren. Wanneer deze 30 seconden voorbij zijn en het team heeft niet gescoord, gaat er een signaal en krijgt het andere team de bal.
Lichte vergrijpen
Lichte overtredingen worden bestraft met een vrije worp. Deze kan de speler gebruiken om de bal af te spelen op een van zijn medespelers of om zelf mee te gaan zwemmen. De vrije worp mag in één beweging op het doel geschoten worden als de overtreding buiten de 5 meter-zone is begaan. Als dat niet het geval is, dan dient de bal via een medespeler te gaan.
In het geval dat een overtreding gemaakt wordt in de 2 meter-zone, moet de vrije worp genomen worden buiten deze zone. Zware overtredingen zoals iemand vasthouden tijdens het zwemmen worden bestraft met een U20.
Bij een U20 moet de bestrafte speler naar het terug kom vak (aangegeven met rode lijn) bij de eigen doellijn tegenover de tafel van het wedstrijdsecretariaat (waar de score en tijd worden bijgehouden), en moet daar 20 seconden blijven liggen tot de tafel een vlag met de kleur van de cap omhoog houdt, tenzij in die tijd de bal in bezit komt van de eigen partij. Dan mag de bestrafte speler weer de hoek verlaten op teken van de scheidsrechter.
Wanneer hij nog niet in de hoek ligt, moet hij daar echter alsnog eerst naartoe zwemmen. Bij het verlaten van de hoek moet men verplicht bij de rode markering in het veld terugkomen en mag men de lijn niet opheffen, maar moet eronderdoor zwemmen. Zeer zware overtredingen worden bestraft met een UMV of UMV4 (brutaliteit).
Zwaardere overtredingen
UMV staat voor Uitsluiting Met Vervanging, waar de toevoeging “4” staat voor “4 minuten”. Een medespeler mag na verstrijken van de straftijd de plaats innemen van de bestrafte speler. De bestrafte speler zelf mag niet meer deelnemen aan het spel en moet de zwem hal of het zwemterrein verlaten. Ook plaatsnemen in het publiek is voor de uitgesloten speler niet toegestaan. Een UMV wordt gegeven in geval het spel niet tolereerbaar is. De straf wordt bijvoorbeeld gegeven voor onbesuisd spel of het beledigen van de scheidsrechter of andere official.
De duur van uitsluiting is 20 seconden netto speeltijd, waarna een ploeggenoot de speler mag vervangen. Wanneer een speler zich schuldig maakt aan een zeer zware overtreding, bijvoorbeeld het maken van een slaande beweging, kan hij een UMV4 krijgen. De ploeg in kwestie speelt dan 4 minuten met een speler minder in het veld. Na het verstrijken van 4 minuten netto speeltijd mag een vervangende speler zijn plaats innemen.
Bij een brutaliteit zoals slaan volgt er ook altijd een vijfmeter-bal voor de andere ploeg ook al gebeurt de fout niet op eigen speelhelft. Van iedere UMV of UMV4 moet een rapport worden opgemaakt, waarna een tuchtcommissie uitspraak doet over de strafmaat. De standaardstraf is een schorsing voor twee wedstrijden.
De rol van een scheidsrechter
Doordat het spel in een zwembad wordt gespeeld is het moeilijk voor de scheidsrechters om te zien wanneer er een overtreding wordt gemaakt. Onder water wordt er veel geknepen, getrapt, geslagen en vastgehouden. Natuurlijk worden overtredingen die gezien worden gestraft.
Wist je trouwens dat er bij waterpolo veel minder blessures zijn dan bij voetbal of volleybal?! Scheidsrechters maken minder fouten dan spelers.
Bas Oostwouder vertelt: “Bij voetbal zijn ze altijd in gesprek met een scheidsrechter, bij waterpolo doen ze dat niet. Beledigen van de scheidsrechter of andere official is altijd gelijk een straf. Voetballers moeten nog heel veel leren ten opzichte van de Waterpolo.” Scheidsrechter waterpolo Bas Oostwouder heeft altijd respect gevoeld.