Regio – Klaas ‘t Hoen leerde zeilen in een Optimist, stapte over in de Splash en later in een Laser. Hij doet het onderhoud bij Tijsterman, kosten ieder jaar 1 groot zeil en3 fokken. ’t Hoen was zeiler van het jaar 2017.
Klaas ’t Hoen en Brechtje van der Werff eindigde in 2018 als tweede tijdens het NK. Letterlijk en figuurlijk komen in zo’n wedstrijd de besten altijd bovendrijven….
NK 2018
Het duo deed mee aan het onderdeel Sprint en wisten in de seizoen opening van 2018 met meer dan 200 boten aan de start een tweede plaats te behalen in hun 16m2 klasse. Een prijs winnen is al een hele kunst op zich, maar een prijs verdedigen is nog veel moeilijker. Een goede conditie en techniek zijn factoren die daarbij van grote invloed zijn.
Indrukwekkende palmares
De 40-jarige ’t Hoen is wedstrijdsecretaris van de klasse-organisatie, die ongeveer 290 leden telt. Hij is voormalig Europees kampioen in de Splash en tweevoudig Nederlands kampioen in de Zestienkwadraat. Twee jaar geleden won hij met zijn partner, voormalig kernploeglid Brechtje van der Werf uit Sneek, ook het NK-sprint. Op zijn palmares prijken twee Sneekweek-titels. Maken ze zich ongerust over de toekomst van hun klasse?
’t Hoen maakt zich daar geen zorgen om. Het is een golfbeweging en alle klassen krijgen daar mee te maken. De Pampus bevindt zich nu op de top van de golf, de Zestienkwadraat zit zo’n beetje halverwege, zéker niet op de bodem. Het zal altijd in trek blijven, al was het alleen maar dat je de ‘kwadraat’ samen met je vrouw kunt zeilen, of met een onervaren fokkenmaat. De boot is laagdrempelig.
Tevens vind je ons op vele plaatsen en de Pampus vooral in Loosdrecht en Sneek. Wat ze wel knap hebben gedaan, is goeie, jonge zeilers aan zich binden. Maar laten we over vijf tot zeven jaar weer eens zien hoe de klasse er voorstaat.
Wedstrijdvormen en verschil in boten
Een zestienkwadraat is een boot die fijner vaart. Een Pampus is alleen leuk met licht weer. Maar we moeten niet alleen naar een ander kijken. Het mag niet gebeuren dat we al elf jaar geen NK op het Sneekermeer hebben gehad.
De zeilers vinden het hier niet gezellig genoeg. Daar kun je zelf genoeg aan doen. Hij vindt dat je, gezien de kwaliteit van het wedstrijdwater en van de organisatie, je zeker eens in de vier, vijf jaar ‘op’ Sneek moet varen.
We moeten de jeugd aan ons zien te binden. Ja, laat ons dan een ‘ouderwetse’ boot zijn, maar duur is-ie niet en hij is uitdagend genoeg. We zien steeds meer jonge zeilers op een skûtsje stappen, maar de verbinding is daardoor niet verbroken. We moeten er scherp op zijn dat we die zeilers terugkrijgen in de Zestienkwadraat als ze aangeven weer in een open klasse te willen varen.
Om het niveau op te krikken, is ook de Zestienkwadraat-klasse begonnen met het geven van trainingen. Klaas ’t Hoen vindt dit erg leuk om te doen. Een topzeiler als Thijs Kort is daarbij betrokken en dat is een goede zaak.
Tegelijkertijd moet ervoor gezorgd worden dat je een brede top krijgt, anders wordt het te eenzijdig en loop je de kans dat zeilers daardoor afhaken.’’ Het NK-sprint voorziet ook binnen de Zestienkwadraat in de moderne behoefte aan ‘korter en sneller’. ’t Hoen: “En het voordeel van dat concept is ook dat je de kleinere locaties weer tot leven kunt wekken. We hebben het nu drie jaar gedaan en de animo groeit nog steeds.’