Nieuwveen/Ter Aar – Marianne Verkade is bestuurslid technische zaken bij volleybalvereniging Scarabee in Ter Aar. Dat betekent onder meer het aanstellen trainers en het maken van de teamindelingen.
Marianne Verkade geeft training bij Volleybalvereniging Scarabee in Ter Aar. De jeugd is vooral op leeftijd ingedeeld. Er zijn acht trainers, volgens Marianne Verkade gaat het er vooral om dat iedereen zijn uitdaging kan vinden.
De coronatijd is erg moeilijk geweest om het team betrokken te houden. Er is een jaar niet gevolleybald. Wel werden er onderlinge wedstrijden georganiseerd. Trainingen bereidt ze altijd goed voor, zet het altijd vooraf op papier. Maar dat is maar papier, ze blijf kijken naar de hoofdjes van spelers en dan weet Marianne vanzelf of dat het plannetje aangepast moet worden. Marianne Verkade richt zich zoveel mogelijk op één onderwerp en in de wedstrijdbespreking laat zij dat terugkomen. Belangrijk is spelvormen belonen, als je kan winnen, dan loopt men vanzelf harder, vaak laat zichzelf de punten bijhouden. Timen is alles, daar valt en staat het spelletje bij, wanneer ga je lopen, dat moet men per bal bekijken. Snelheid inschatten, kracht ontwikkelen is van belang. Volgens Marianne Verkade is het een teamsport, het is de meest echt ten opzichte van andere sporten. Het is een mentaal spelletje, je kuntheel erg bezig zijn met jezelf.
Kwaliteiten van het team
Zijn erg fanatiek, de aanvallers hebben veel kracht, de servicekracht, de bovenhandse service. Daarnaast werd uitgelegd hoe de opbouw verloopt als je als basisschoolleerling het traject doorloopt richting de senioren. De rollen binnen het zestal, net als de trainingsmethodiek, kwamen eveneens ter sprake. Maar al met al staat de sfeer voorop, want uiteindelijk kom je in een goede sfeer tot de beste prestaties. Leuk is het om te kijken naar de pijnpunten van je tegenstander. Vooraf kan je zien of ze hard slaan, of ze linkshandig zijn, bij linkshandige moet men meer rechts blokken. Bij Volleybal is het van belang dat men hoog kan springen.
Iedere speler heeft natuurlijk zijn of haar eigen kenmerken. De ene speler is langer dan de ander, de ander is weer sneller of behendiger dan de een. Sommige spelers kunnen zeer goed aanvallen en andere zijn beter in verdedigen of bovenhands spelen.
Posities
Marianne Verkade geeft uitleg over posities, de spelverdeler geeft de set-up naar één van de aanvallers. De passer/lopers (ook wel buitenaanvallers of hoekspelers genoemd) zijn over het algemeen veelzijdige spelers. Deze spelers moeten goed kunnen verdedigen, passen (ontvangen van de service), aanvallen én blokkeren. Er staan twee passer/lopers in het veld, tegenover elkaar. De ene begint vaak op rechtsvoor, de andere op linksachter. Na de service verplaatsen beide passer/lopers zich doorgaans naar de linkerkant van het veld. De beste passers dekken het grootste deel van het veld. De libero moet verdedigen, is de stofzuiger van het team. Deze speler mag onbeperkt voor iedere speler ingebracht worden zonder dat dit als wissel geldt. Maar let op: wel alleen maar in het achterveld! Daarom is de libero vaak de beste verdediger van het team.
We spelen niet met een libero. Om geen verwarring te veroorzaken met het constante door wisselen, heeft de libero een andere kleur shirt aan dan de rest van het team. De spelverdeler is de speler die vrijwel altijd de tweede aanraking verricht. Hij krijgt de bal vanuit de verdediging (meestal onderarms) aangespeeld en speelt de bal (meestal bovenhands) naar één van de aanvallers. Op deze manier ‘verdeelt’ hij dus het spel.
De spelverdeler kiest uit naar welke aanvaller hij de bal speelt en probeert het daarmee de blokkering van de tegenstander zo lastig mogelijk te maken. De aanvallers verplaatsen zich naar de 3 meter lijn en bereiden hun aanval voor. Aanvallers aan de buitenkant zijn bij ons wat kleiner.
Wij zijn geen prestatie club, plezier staat bij ons voorop. Nadat ik haar gesprek heb gevolgd, ontdekte ik toch ook wel prestatiedrang.