Regio – De jongste jeugd van acht tot en met twaalf jaar wordt eindelijk bevrijd van het juk om te winnen op het voetbalveld. De baas van de amateurtak van de KNVB heeft dit vorig jaar besloten. De man is, na eindeloze vergaderingen in door TL-buizen verlichte vergaderzaaltjes in Kamp Zeist, tot dit wijze besluit gekomen. Ik zie allerlei pedagogen in de bossen van Zeist, die de goede man tot dit inzicht hebben gedreven. Opvoedkundigen die het zielig vinden als de kleine kinderen met verlies moeten omgaan. Want verlies, jongens en meisjes, dat is iets dat wel eens kan leiden tot gekwetste zieltjes.
Hoe verzin je het!
Of nog erger, op een winderig achteraf veldje in het altijd spannende Nic Boys-Zevenhoven, tot een gezellige lynchpartij van een vrijwilliger die kort daarvoor een strafschopje toekende aan een team, waarbij de benadeelde partij, 11-jarige jongetjes, de voorbereiding op een barbecue startten, met als gevolg dat de aardige scheidsrechter nu een tuin op zijn buik heeft.
Marginaal geleuter
Een wedstrijd is per definitie een treffen tussen twee partijen die beide beogen deze met winst af te sluiten. De KNVB kweekt doelbewust watjes. Als ze 13 jaar zijn, mogen – nee moeten – ze op het veld aan de slag om wel te winnen. Hoe leg je dit uit als jouw zoon of dochter acht jaar is en jij hem of haar aan de keukentafel uitlegt dat het niet om winnen gaat, want er wordt helemaal niet meer verloren of gewonnen. Is het coronavirus in iemands hersens geslagen? Is het virus zodanig gemuteerd dat de gekte is ingetreden in de voetbalsport? Er beslissingen worden genomen die niemand aan de kaak stelt? Ik krijg de kriebels van al dat marginale geleuter van de KNVB.
Stropdaskneuzen
De “zelfvrijetrap”, de “zelf intrap”, “jongeren onder negen”. Allemaal gekeuvel van zichzelf verheerlijkende stropdaskneuzen die zich bezighouden met triviale zaken. Bij deze hebben zij het erg goed gezien, het spel versnellen, komt ten goede van het spel. Laat de KNVB zich bezighouden met echte belangrijke zaken, zoals geweld, verbale agressie, spreekkoren, discriminatie. Nee, in plaats daarvan hoeven kinderen van acht tot en met twaalf jaar niet meer te verliezen. Anders gaan de gekrenkte kleintjes huilen. En dat is zielig.
Alternatieven
Bij de KNVB-bobo’s wil ik iets anders neerleggen. Agressie? Direct rood. Ook verbaal tegen de arbiter. De elleboog in het gezicht van de tegenstander? Direct rood. Verbale lepigheid van de trainer? Direct rood. Keihard rood. Onze sport is verworden tot een praatarena, waarbij het Hollandse interpreteren wel vaart. Stoppen. Discriminatie? Wedstrijd staken. Club met schuldige aanhang drie punten in mindering. “RESPECT”, zoals nu in het vaandel staat, wordt niet gedragen door sancties. Drie wedstrijden zonder thuispubliek vind ik ook een aanvaardbaar signaal. Tribunes worden voor een klein deel bevolkt door doorgesnoven kansloze schreeuwers. Moraal van het verhaal? KNVB: Pak niet de kleintjes. Die zijn doordrenkt met de gezonde wil om te winnen. Het heet niet voor niets “competitie”.
Pak de schurken, de drugsbobo’s die profvoetbal mogelijk maken, de spreekkoren, geweldveroorzakers aan. Maak van voetbal weer een gezond sportfeest, waar fatsoen overheerst. In polderend KNVB-land zal alles wel bij hetzelfde blijven en piept men af en toe ‘ach en wee’. Ik wens de acht tot twaalfjarigen veel verdriet toe met de niet behaalde winst.
Zelfvertrouwen van een kind
Zo langzamerhand leert je kind dat zichzelf te vergelijken met anderen, zonder daar onzeker van te worden: hij kan beter voetballen dan ik, maar ik kan beter rekenen. Op deze leeftijd worden vaardigheden nog niet “gelabeld”.
Dat wil zeggen: voor kinderen van deze leeftijd zijn alle activiteiten nog even belangrijk: voetballen, rekenen, tekenen, lezen, dat maakt allemaal niet uit. Deze onbenul werkt niet bij KNVB en daarom mis ik vermogen om te denken van uit een kind. Ik geloof wel in stimuleren.
Complimenten en positieve aanmoedigingen brengen het beste naar boven in jeugdspelers. Immers: een compliment versterkt het zelfbeeld van de spelers en zorgt ook voor een betere onderlinge relatie. Door steeds het gewenste gedrag te benoemen én te belonen, en tegelijkertijd voetbal ondermijnende acties te negeren, creëer je een veilige, prettige sfeer. En een veilige en prettige sfeer is de snelste weg naar plezier, zelfvertrouwen en succes van je team. Belangrijk is ook dat vooral de inzet wordt geprezen, nog veel meer dan het resultaat.
Winnen of verliezen: Wie het weet wat goed is voor kinderen mag het zeggen!