Zevenhoven – Onze verslaggever Theo Leliveld trok de regio in en stuitte op het museum van Cees van Lith.
Fascinatie van openbaar vervoer
Cees van Lith heeft een eigen busmuseum ter grootte van een garagebox. De Zevenhovenaar heeft zijn leven lang van alles verzameld dat te maken heeft met busvervoer. Deze verzameling mag nooit uit elkaar vallen.
In een jasje van Centraal Nederland tussen kaartjesautomaten kan men foto’s en logo’s van busbedrijven uit de regio, miniatuurbussen en tientallen chauffeurspetten vinden. De N.A.L. (Langhout) reed met bussen met een Gartner motor. Die klonk zo mooi met die harde slagen, verklaart Van Lith. Daarom vond ik dat zo’n mooie bus en ben ik blij met dit model. Ondanks zijn fascinatie voor het openbaar vervoer is Van Lith zelf overigens nooit buschauffeur geweest.
Het ontstaan van de liefde voor de bus
Van Lith had drie ooms, die allen buschauffeur waren. Ook zijn vader was buschauffeur bij Maarse en Kroon. Dan reed Cees vaak mee en op de eindhalte, als er even gewacht moest worden in Leiden of Woerden raapte hij de oude vervoersbewijzen op. Zo begon het eigenlijk, vele jaren terug.
Vooral van de destijds lokale busondernemingen Langhout (NAL) en Maarse & Kroon is veel te zien, maar er is ook genoeg materiaal van diverse andere busbedrijven uit heden en verleden. De titel “Hoogleraar in Streekvervoerskunde” is een eretitel, die hem laat glunderen.
Kunst van het verzamelen
Van Lith staat jaarlijks bij de Braderie van de Dorpsstraat in Nieuwveen. Ook bij Braderie Langeraar en nog vele andere Braderieën kun je Van Lith vinden met een stand met aandacht voor zijn verzameling. Eens in het jaar gaat Cees naar de verzamel- en ruilbeurs van de autobus Documentatie Vereniging waarvan hij lid is. Daar kocht hij onder meer wandborden van de KVVTO toerwagenrally.
Verzamelen dat zit in de familie, want zijn vrouw heeft twaalfhonderd Ernies van Sesamstraat in huis staan. Twee kleinkinderen worden de opvolgers van de familie van Lith.
“Hoe moeilijk het ook is, gewoon volhouden en gaan voor je passie!” Dat is Cees van Lith ten voeten uit.
Theo sprak uitvoerig met de “museumdirecteur:”