Regio – De lokale omroep gaat vernieuwen. Op 30 mei 2023 presenteerde staatssecretaris Uslu voor Media en Cultuur de langverwachte visiebrief van het kabinet over de beoogde wijziging van het stelsel en de financiering van de lokale publieke omroepen. De NLPO is blij met de aandacht die in de brief uitgaat naar het belang van een financieel gezonde lokale publieke omroepsector.
Het is voor het eerst dat een kabinet zo uitgebreid ingaat op de positie en de vormgeving van de lokale omroep in Nederland. Het kabinet vindt professionele en onafhankelijke lokale omroepen van essentieel belang voor de democratie en het creëren van een goed geïnformeerde, betrokken en participatieve samenleving op lokaal niveau. In de visiebrief geeft de staatssecretaris duidelijk blijk van het feit dat de lokale omroep volwaardig onderdeel wordt van het publieke bestel, zonder daarbij het unieke karakter van onze sector met de vele vrijwilligers uit het oog te verliezen.
Introductie van een basisbekostiging
Een van de maatregelen die het kabinet voorstelt is de introductie van een extra basisbekostiging voor elk van de lokale omroepen – naast het reeds bestaande richtsnoerbedrag per huishouden. De NLPO pleit al jaren voor een dergelijke vaste bijdrage per omroep en is dan ook zeer verheugd over deze maatregel. Een professionele lokale omroeporganisatie die een lokaal toereikend media-aanbod (LTMA) verzorgt, vraagt immers om een aanzienlijke basisinvestering, onafhankelijk van de plek in Nederland en het aantal huishoudens in het verzorgingsgebied. De huidige wijze van bekostiging van de lokale omroep op basis van het aantal huishoudens in een gemeente zorgt voor een uitermate kwetsbare uitgangspositie van veel lokale omroepen, zeker in de dunner bevolkte streken en kleinere gemeenten.
Fors meer geld, maar nog onvoldoende
De NLPO is ook blij met de extra toegezegde middelen, maar vindt het teleurstellend en zorgelijk dat nergens in de visiebrief wordt onderbouwd hoe de structurele extra investering van circa €16 miljoen precies samenhangt met de gewenste vormgeving van de journalistieke basis van de lokale publieke omroep. Vooralsnog lijkt het beschikbare budget daarin vooral leidend te zijn. De NLPO en de VNG berekenden al in 2017 dat voor de realisatie van de visie van het kabinet tenminste het dubbele bedrag nodig is. De Raden voor Openbaar Bestuur en Cultuur trokken in hun adviesrapport “Lokale Media, Niet Te Missen!” een vergelijkbare conclusie. De “forse stap” zoals de staatssecretaris die verwoordt in de brief, is daarom wat de NLPO betreft vooral een forse eerste stap.
Vergroten onafhankelijkheid van lokale omroepen
Het kabinet kiest ervoor om de financiering van lokale publieke omroepen in de toekomst via het Rijk te laten verlopen, net zoals dat ook al het geval is voor de regionale en landelijke publieke omroepen. Belangrijkste reden hiervoor is dat het kabinet vindt dat de directe bekostigingsrelatie tussen gemeenten en lokale omroepen de onafhankelijkheid van lokale omroepen in de weg staat. De NLPO heeft begrip voor deze redenering, maar is tegelijkertijd van mening dat die onafhankelijkheid ook in de toekomst kwetsbaar blijft vanwege de ontoereikende middelen. Lokale omroepen zijn momenteel nog grotendeels afhankelijk van aanvullende subsidies en opdrachten van gemeenten en inkomsten uit reclame en sponsoring. De overheveling van de middelen uit het Gemeentefonds zal hier weinig aan veranderen, tenzij de basisbekosting voor de lokale omroep in streekverband significant hoger wordt dan waar het kabinet nu met de extra middelen op aanstuurt.
Nieuwe verhouding tussen gemeenten en omroepen
De bijdrage van de lokale omroep strekt verder dan alleen nieuwsjournalistiek en controle van het lokale bestuur. Op lokaal niveau zorgt de publieke omroep voor een belangrijke en natuurlijke verbinding tussen heel verschillende beleidsterreinen. Behoud van een hechte relatie tussen gemeente en omroep is dan ook van levensbelang. Gemeenten dragen momenteel bovendien circa €6 miljoen extra per jaar bij aan de lokale omroepen. Het behoud van een goede relatie blijft dus ook in de toekomst letterlijk van meerwaarde. Dat die relatie ook zonder directe bekostigingsverantwoordelijkheid van gemeenten in stand zal blijven is niet zomaar vanzelfsprekend. Ons pleidooi is daarom om de hernieuwde relatie tussen gemeenten en omroepen duidelijk te verankeren in de toekomstige wet- en regelgeving en de samenwerking tussen Rijk en gemeenten bij de uitvoering van het nieuwe stelsel zorgvuldig vorm te geven.
Schaalvergroting via streekindeling
De NLPO is verheugd dat het kabinet de indeling in 80 streken, zoals die de afgelopen jaren door de sector zorgvuldig is voorbereid en bepleit, nu overneemt bij de uitvoering van de verdere schaalvergroting en toekomstige inrichting van het stelsel van lokale omroepen. De NLPO krijgt daartoe een wettelijke en coördinerende taak. Wel zal er nog verder gesproken moeten worden over de uitwerking van een flink aantal zaken. Zo hangt een en ander af van de hoogte van de financiële bijdrage waarop lokale omroepen straks binnen een streekverband kunnen rekenen. Ook zal het succes van de schaalvergroting in de toekomst blijven afhangen van een goede samenwerking met gemeenten. We zullen de komende periode samen met de staatssecretaris onderzoeken wat daarvoor nu en in de toekomst nog extra nodig is.