Regio – Dat steekspel van advocaten die van een moord doodslag proberen te maken. En dat ik zelf mee kan puzzelen of iemand het gedaan heeft of niet. Er komen allerlei bewijzen op tafel en dan ga ik zelf ook denken: ‘Wat zou ik doen?’, maar zelf rechter zijn zou ik niet willen zijn. Ik zou het niet kunnen om iemand te kunnen veroordelen, die het misschien helemaal niet gedaan heeft. We zeiden bij de kofferbakmoord al: ‘Dit zou wel eens vrijspraak kunnen worden’, nou dat soort puzzels vind ik wel mooi.”

Marjan: “Waarom ik mij vastbijt in rechtszaken? Niemand is gelijk en dat zie je vooral tijdens de rechtszittingen. Iedereen maakt zijn of haar eigen keuzes. En de omstandigheden waaronder dit gebeurt, zijn ook weer voor iedereen anders. Los van de psychische problematiek die ook om de hoek kan komen kijken. Vaak lees ik de dagvaardingen en denk ik ‘hoe kan je dit toch doen?’ of ‘wat moet dit wel niet voor een persoon zijn?’. Op de zitting blijkt het bijna altijd anders te liggen. Dan zie je de persoon en hoe die wel of niet worstelt, dan begrijp je de omstandigheden soms ook wel, of juist helemaal niet. Er zit in bijna alle gevallen een verhaal achter.”
“En dan is het aan de rechters hoe die recht gaan spreken. Met het wetboek in de hand. Het is interessant om te zien hoe de wet op de betreffende casus wordt toegepast. En wat de rechter in de afweging meeneemt. In hoeverre kan de verdachte verantwoordelijk worden gehouden voor de daad? Hoe toetst de rechter dit? En hoe leg je dit als verslaggever uit aan het publiek? Dat zijn de vragen waar je als verslaggever mee te maken krijgt. En vooral hoe maak je de juridische taal begrijpelijk.”
“Om dat te kunnen heb ik verschillende cursussen en opleidingen gedaan zoals algemene rechtswetenschappen, strafrecht I en II. Maar ook de forensische wetenschap. Die laatste is gericht op het sporenonderzoek. Sporen die ons vaak precies kunnen vertellen wat er op de plaats van het misdrijf (delict) heeft afgespeeld. Ik begrijp hierdoor wat er wordt gezegd en vooral wordt bedoeld op de zitting. Wat ik ook een plezierige verandering vind is hoe de verdachte tegenwoordig wordt toegesproken. Ten opzichte van een aantal jaren geleden is de taal toegankelijker. De rechter doet meer zijn/haar best om de zaak op een begrijpelijke wijze met de verdachte te bespreken. Dat vind ik een goede ontwikkeling.”